Een stichting wordt over het algemeen ontboden of opgeheven door het bestuur, tenzij anders is aangegeven in de statuten. Ook kan de rechter een stichting opheffen op verzoek van een belanghebbende als: het vermogen van de stichting onvoldoende is om het doel te verwezenlijken en er geen zicht is op voldoende vermogen hiervoor in de toekomst; of het doel van de stichting is bereikt, niet meer kan worden bereikt of wijziging van het doel niet in aanmerking komt.
Bij opheffing wordt het resterende vermogen vereffend en volgens de statuten uitgekeerd, ten voordele van het ideologische of sociale doel van de stichting. De bewaarder (aangewezen bestuurslid of de vereffenaar) moet de boeken van de stichting tenminste zeven jaar lang bewaren. Zijn of haar naam moet met de liquidatie van de stichting in het handelsregister worden ingeschreven.