Alleen een notaris kan een testament opmaken en passeren. Dat gaat zo:
- maak een afspraak met je notaris;
- tijdens een gesprek bespreek je jouw situatie en jouw wensen;
- de notaris vertaalt jouw wensen in juridische bepalingen. De notaris adviseert je over de gevolgen van jouw wensen;
- na het gesprek krijgt je de voorlopige versie van je testament toegestuurd;
- daarna maak je een tweede afspraak om de akte te laten passeren. Je testament is nu officieel;
- de notaris zorgt ervoor dat jouw testament wordt ingeschreven in het Centraal Testamentenregister (CTR). In het CTR kunnen erfgenamen na je overlijden zien of je een testament hebt en bij welke notaris dit ligt;
- je krijgt een kopie van jouw testament nagestuurd. Het origineel bewaart de notaris in een kluis;
- je testament is geldig tot je bij de notaris een nieuw testament opstelt;
- het testament treedt in werking als je overlijdt.
Het feit dat jouw testament wordt geregistreerd in het CTR betekent ook dat je een testament niet zomaar kunt verscheuren of negeren. Mocht je na verloop van tijd andere wensen hebben of het testament willen laten vervallen, dan zal je opnieuw naar de notaris moeten.