Als de overleden huurder een echtgenoot of geregistreerde partner had die op hetzelfde adres staat ingeschreven wordt de huur automatisch overgedragen aan de partner. Er verandert niets in het wooncontract. Dit is ook zo als er een medehuurder in het contract was opgenomen. Als medehuurder moet je dan wel controleren of je een huisvestingsvergunning moet aanvragen bij de gemeente.
Als er verder niemand anders in de woning woonde wordt het huurcontract bij overlijden van de huurder 2 maanden na het overlijden opgeheven. Als de erfgenamen dit willen kan het worden vervroegd naar 1 maand. Dit kan tot 1 dag van tevoren worden aangegeven bij de verhuurder.
Als je wel op het adres van de overledene woonde (samenwoonde) als partner, kind of inwonende maar niet geregistreerd staat heb je in eerste instantie 6 maanden de tijd om de woning te verlaten. Ook kun je de verhuurder verzoeken om het contract op jouw naam voort te zetten of een nieuw contract af te sluiten. Als de verhuurder weigert kun je juridische hulp vragen om dit toch te verwezenlijken. Vaak hebben gemeenten en woningcorporaties regelingen om aan dergelijk schrijnende situaties tegemoet te komen.