Huizenprijs blijft stijgen

Volgens economen van ING en Rabobank zwakt de huisprijsstijging volgend jaar waarschijnlijk af. Toch zullen huizen komende jaren over de gehele linie wel duurder blijven worden.

”Bij economische groei en een groeiende bevolking hoort eigenlijk een stijging van de huizenprijzen”, verklaart ING-econoom Marten van Garderen. Maar het inhaaleffect van de crisis op de woningmarkt van een paar jaar terug is nu wel zo’n beetje uitgewerkt, denkt hij. ING voorziet voor dit jaar een plus van 8,5 procent, maar voor 2019 houdt de bank het op 4,4 procent.

Dat de gemiddelde prijs van een koopwoning binnenkort door de drie ton zal gaan daar is Rabo-Econoom Nic Vrieselaar van overtuigd. Daarbij speelt mee dat de aanwas van nieuwbouwwoningen, om voor een ruimer woningaanbod te zorgen, wat achterblijft.

Prijzen hoger dan ooit

De huizenprijzen liggen al sinds mei dit jaar hoger dan ooit in Nederland. In augustus waren huizen gemiddeld ruim 9 procent duurder dan een jaar geleden. Sinds het dieptepunt in 2013 zijn de prijzen al met zo’n 33 procent toegenomen.

Het beperkte aantal huizen dat te koop staat en de torenhoge prijzen maken het moeilijk voor met name jongeren om een nieuwe woning te bemachtigen. Veel jongeren haken daardoor af.

Logo SmartLegal

ANBI: Publiceer financiële gegevens vóór 1 juli

Vóór 1 juli aanstaande dienen de financiële gegevens over 2017 te geplubiceerd te zijn op internet. Sinds 2014 is het als ANBI verplicht om onder andere de financiële gegevens online te publiceren. Wanneer je de ANBI-status wilt behouden zorg dan voor actuele informatie op internet.

Wat moet er als ANBI minimaal gepubliceerd worden?
– de balans
– de staat van baten en lasten en de toelichting hierop.

Uitzondering vermogensfondsen en kerken
Kerkengenootschappen en  zuivere vermogensfondsen zijn uitzondering op de regel zij hoeven geen balans te publiceren.
Wel moet er een (verkorte) staat van baten en lasten met een toelichting gepubliceerd worden en een overzicht van de voorgenomen bestedingen inclusief een toelichting daarop.

Bouwkundig voorbehoud voortaan standaard in koopcontract woning

Het bouwkundig voorbehoud komt standaard in een koopcontract van een woning. Huizenkopers hoeven daardoor binnenkort niet meer met verkoper en makelaar te onderhandelen over de tekst van een bouwkundig voorbehoud.

Standaard per 1 februari

Met dit bouwkundig voorbehoud kan de koop van een woning worden ontbonden als na onderzoek blijkt dat er ernstige gebreken zijn of als noodzakelijke herstelkosten boven een afgesproken maximum komen. Het voorbehoud kan wel worden geschrapt, maar alleen als de verkoper er niet mee instemt, of als de koper een keuring niet nodig acht. Het voorbehoud moet vanaf 1 februari 2018 in iedere standaard koopovereenkomst staan. Vereniging Eigen Huis en de Consumentenbond hebben hierover overeenstemming bereikt met makelaarsorganisaties NVM, VBO en VastgoedPro.

Gebreken
Tot nu toe moest een koper altijd aan de verkoper of verkoopmakelaar vragen een bouwkundig voorbehoud toe te voegen aan het koopcontract. Daarmee kan de koop van een woning worden ontbonden als na onderzoek blijkt dat er ernstige gebreken zijn gevonden in de woning of als de herstelkosten daarvoor boven een afgesproken maximum komen.

Doorgestreept
Vanaf februari staat het bouwkundig voorbehoud dus standaard in de koopovereenkomst vermeld. Deze kan om twee redenen worden doorgestreept: de verkoper stemt er niet mee in of de koper vindt een bouwkundige keuring niet nodig. Ook het voorbehoud van financiering staat voortaan standaard vermeld. Het risico dat de koper onder druk van de verkoper of de verkoopmakelaar instemt geen financieringsvoorbehoud op te laten nemen, wordt daarmee kleiner. Ook moet de reden voor het doorstrepen in het koopcontract worden vermeld. Doordat de voorbehouden – dan weliswaar doorgestreept – in het koopcontract staan, wordt de koper volgens de VEH er in ieder geval van bewust dat de koop mogelijke risico’s met zich meebrengt.

Dit doet een energielabel voor de waarde van je huis

Woningen met energielabel A of B staan gemiddeld een maand korter in de verkoop dan andere woningen, zo blijkt uit onderzoek van Tilburg University. Daarnaast leveren ze gemiddeld 6.000 euro meer op. Het onderzoek baseert zich op de transactiecijfers van de Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM) en informatie over energielabels van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).

Onderzoekers bestudeerden ruim 62.000 woningen, die in de eerste helft van 2017 werden verkocht. Zo’n 32 procent hiervan beschikte over een A- of B-label. 15 procent van de verkochte woningen had een F- of G-label.

“Nieuwbouwwoningen worden voornamelijk met een goed energielabel gebouwd, maar de bestaande woningvoorraad wordt nog weinig verduurzaamd”, zegt Dirk Brounen, Professor of Real Estate en hoofd van het onderzoek. “De kosten van het verduurzamen wegen zwaar.”

“Veel mensen kunnen de besparingen op lange termijn moeilijk inschatten. Het ontbreekt hen aan vertrouwen dat de investering in verduurzaming van een huis zich ook daadwerkelijk terugverdient. De stap van een label D of E naar A of B is voor veel mensen te groot.”

Woonlasten
“Het energielabel is een belangrijke indicatie van de energiezuinigheid van je woning”, legt Marlon Mintjes van MilieuCentraal uit. “Het scheelt in vaste lasten. Nu de huizenprijzen steeds hoger worden, kijken mensen naar andere manieren om hun woonlasten zo laag mogelijk te houden. Het energielabel helpt daarbij.”

“Er wordt ook veel meer gecommuniceerd over de woonlasten en besparing. Dat kan niet alleen door een goed energielabel, maar ook in je gedrag en door het gebruiken van zuinige apparatuur kun je veel besparen. Consumenten zijn zich daar steeds meer van bewust. Daarnaast voelt een goed geïsoleerd huis ook heel comfortabel aan, dat vinden mensen vaak belangrijk. Je ziet door het label in één oogopslag hoe zuinig een woning is.”

“Het label is belangrijk, maar niet de enige factor die van invloed is op je woonlasten. Ook je gedrag is een punt van aandacht”, benadrukt Mintjes. “Als je een energielabel A of B hebt, maar je staat wel twintig minuten onder de douche elke dag, zet dat weinig zoden aan de dijk.”

Bron:NU

Nederlanders hebben nauwelijks moeite met betalen hypotheeklasten

Nergens in Europa zeggen huiseigenaren zo weinig problemen te hebben met het betalen van hun hypotheek als in Nederland. Slechts 4% van alle huizenbezitters in ons land vindt het moeilijk om aan de maandelijkse verplichtingen te voldoen. In onze buurlanden zijn dit er duidelijk meer. Ook op andere vlakken komt Nederland positief uit de vergelijking, zo blijkt uit de ING International Survey. Zo zijn de meeste Nederlanders, ondanks positieve vooruitzichten over de prijsontwikkeling, niet naïef over het feit dat huizenprijzen ook kunnen dalen en zijn huizenbezitters nergens zo gelukkig met hun woonsituatie als in Nederland.

De meeste Nederlanders hebben geen problemen met het betalen van hun hypotheek. Slechts één op de vijfentwintig huizenbezitters geeft aan dit lastig te vinden. In Duitsland gaat het om één op de negen huizenbezitters, in België om één op de zes. Gemiddeld in Europa heeft zelfs bijna 20% van alle huizenbezitters moeite met het betalen van de maandelijkse hypotheeklasten. In ons land wordt bij het verstrekken van een hypotheek relatief streng getoetst op inkomensnormen. Hierdoor wordt het risico beperkt dat huizenkopers in problemen raken. Wanneer dit toch gebeurt, is dit vaak het resultaat van een substantiële daling van het inkomen, bijvoorbeeld door echtscheiding of werkloosheid.

Huizenprijzen zullen komende jaar stijgen

De meeste huiseigenaren in Europa zijn het wel eens over de richting waarin de huizenprijzen in hun buurt zich de komende 12 maanden ontwikkelen: omhoog. Alleen Britten en Italianen zijn iets minder positief. Dat is gezien de huidige prijsontwikkelingen in die landen niet verrassend: in het Verenigd Koninkrijk zwakken prijsstijgingen af, terwijl huizenprijzen in Italië het laatste jaar gemiddeld helemaal niet gestegen zijn. Nederlandse eigenaren zijn daarentegen bijzonder positief. Driekwart van hen verwacht verdere prijsstijgingen in het komende jaar:

Weinig Nederlanders naïef over huizenprijsontwikkelingen

Het optimisme over prijsstijgingen in ons land lijkt niet door te slaan in naïviteit. Slechts 10% van de Nederlandse huizenbezitters denkt dat huizenprijzen nooit meer zullen dalen. In onze buurlanden is deze groep veel groter. Vooral onze zuiderburen springen eruit: in België is ruim 40% van mening dat huizenprijzen nooit zullen dalen:
Wat hierbij meespeelt is dat België – in tegenstelling tot Nederland – in de recente crisis geen sterke huizenprijsdalingen heeft gezien. Dit geldt eveneens voor Duitsland, al zijn hier minder huizenbezitters van mening dat huizenprijzen nooit meer dalen. Onze oosterburen kenden vóór de financiële crisis een lange periode waarin huizenprijzen nauwelijks stegen, waardoor zij nu wellicht voorzichtiger zijn in hun uitspraken dan de Belgen.

Huizenprijsstijgingen niet voor elke huizenbezitter goed nieuws

Huizenprijsstijgingen zijn in principe geen goed nieuws voor toekomstige starters op de woningmarkt. Zij moeten immers meer geld lenen en sparen. Mensen die al een huis bezitten worden op papier rijker. Ook kunnen zij mogelijk een lagere rente bedingen, nu hun hypotheekschuld daalt ten opzichte van de waarde van de woning. Toch pakken prijsstijgingen voor hen niet automatisch gunstig uit. Huiseigenaren met doorstroomplannen zien hun volgende woning – die meestal in een hoger segment ligt – vaak ook in prijs stijgen. De absolute prijsstijging van die woning is meestal groter dan de boekwinst op de huidige woning. Hierdoor moeten doorstromers bij verhuizing vaak méér vermogen inbrengen of financieren, dan bij gelijkblijvende huizenprijzen. Groepen die wél profiteren van huizenprijsstijgingen zijn bijvoorbeeld uittreders, zoals ouderen die hun koopwoning verkopen om te gaan huren. Ook voor eigenaren die hun bezit verhuren en toekomstige erfgenamen van ouderen met koopwoningen zijn prijsstijgingen veelal goed nieuws.

Nederlandse huizenbezitters meest tevreden van iedereen

Europese huiseigenaren zijn over het algemeen gelukkiger met hun woonsituatie dan huurders. 78% van de Europese eigenaren is tevreden met hoe en waar ze wonen, tegen 59% van de huurders. Nederlandse eigenaren zijn daarbij het positiefst van iedereen: Maar liefst 90% van hen geeft aan gelukkig te zijn met hun woonsituatie.

Europese huizenbezitters redelijk eensgezind over wat ze willen

De tevredenheid van huiseigenaren in Europa is ook terug te zien in wat ze zouden willen veranderen aan hun woonsituatie, als ze één ding mochten veranderen. In veel landen, waaronder Nederland, is ‘ik zou niets veranderen’ het meest gegeven antwoord. Degenen die wel iets willen veranderen, kiezen met name voor ‘een groter huis’ en ‘onderhoud of renovaties’ . Lagere hypotheeklasten worden slechts door 8% van de Nederlandse en 5% van de Europese huizenbezitters genoemd. Ook zaken als veiligheid, de aanwezigheid van voorzieningen of de bereikbaarheid met openbaar vervoer hebben geen prioriteit als het gaat om de grootste ‘veranderwens’ in de woonsituatie:
Bron: ING 

Koopwoning bijna 8% duurder in juli, minder hoge stijging dan in mei en juni.

Koopwoningen zijn in juli 7,6 procent duurder geworden dan een jaar eerder.  Die stijging is minder groot dan in mei en juni toen de prijsstijging respectievelijk 7,8 en 8 procent was, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Kadaster. De huizenprijzen stijgen sinds juni 2013.

De huizenprijzen zijn nog altijd ruim 6 procent lager dan op het hoogste niveau in augustus 2008. In juni 2013 werd vervolgens een dal bereikt en sindsdien gingen de prijzen gemiddeld 19,5 procent omhoog. Daarmee zijn de prijzen nu ongeveer op hetzelfde niveau als in januari 2007.

Vorige week maakte het Kadaster bekend dat er in juli 19.979 huizen werden verkocht. het aantal verkochte woningen in de eerste zeven maanden van 2017 ligt bijna een vijfde hoger dan in de eerste zeven maanden van vorig jaar.