Onderzoekers bestudeerden ruim 62.000 woningen, die in de eerste helft van 2017 werden verkocht. Zo’n 32 procent hiervan beschikte over een A- of B-label. 15 procent van de verkochte woningen had een F- of G-label.
“Nieuwbouwwoningen worden voornamelijk met een goed energielabel gebouwd, maar de bestaande woningvoorraad wordt nog weinig verduurzaamd”, zegt Dirk Brounen, Professor of Real Estate en hoofd van het onderzoek. “De kosten van het verduurzamen wegen zwaar.”
“Veel mensen kunnen de besparingen op lange termijn moeilijk inschatten. Het ontbreekt hen aan vertrouwen dat de investering in verduurzaming van een huis zich ook daadwerkelijk terugverdient. De stap van een label D of E naar A of B is voor veel mensen te groot.”
Woonlasten
“Het energielabel is een belangrijke indicatie van de energiezuinigheid van je woning”, legt Marlon Mintjes van MilieuCentraal uit. “Het scheelt in vaste lasten. Nu de huizenprijzen steeds hoger worden, kijken mensen naar andere manieren om hun woonlasten zo laag mogelijk te houden. Het energielabel helpt daarbij.”
“Er wordt ook veel meer gecommuniceerd over de woonlasten en besparing. Dat kan niet alleen door een goed energielabel, maar ook in je gedrag en door het gebruiken van zuinige apparatuur kun je veel besparen. Consumenten zijn zich daar steeds meer van bewust. Daarnaast voelt een goed geïsoleerd huis ook heel comfortabel aan, dat vinden mensen vaak belangrijk. Je ziet door het label in één oogopslag hoe zuinig een woning is.”
“Het label is belangrijk, maar niet de enige factor die van invloed is op je woonlasten. Ook je gedrag is een punt van aandacht”, benadrukt Mintjes. “Als je een energielabel A of B hebt, maar je staat wel twintig minuten onder de douche elke dag, zet dat weinig zoden aan de dijk.”
Bron:NU