Woning

20 jaar met NHG meest gekozen rentevaste periode in 2018

De meest gesloten rentevaste periode die de afgelopen 10 jaar afgesloten werd is een hypotheekrente die 10 jaar vast staat. In 2018 werd er vooral gekozen voor een rentevaste periode van 20 jaar mét NHG (Nationale Hypotheek Garantie). Op de tweede plaats komt de 10 jaar vast (tot 65% van de woningwaarde, zonder NHG), gevolgd door 10 jaar vast met NHG.

Momenteel wordt zelfs bij één op de zeven nieuwe hypotheken gekozen voor de langste renteperiode. Samenwonende starters op de woningmarkt tot 25 jaar oud uit Limburg zetten hun hypotheekrente gemiddeld ruim 25 jaar vast.

Samenwoners en geregistreerde partners zetten de rente langer vast dan getrouwde stellen en alleenstaanden, hier lijkt met name ‘leeftijd’ het verschil te verklaren. Opmerkelijk is dat alleenstaanden, vaak toch starters, de hypotheekrente korter blijken vast te zetten. Net als bij kopers uit de Randstad is de manier waarop de leencapaciteit op inkomen wordt bepaald deels een verklaring voor het verschil in renteduur. Bij een rentevaste periode van 20 of 30 jaar is het leenbedrag in de regel lager dan bij 10 jaar vast. In een krappere woningmarkt is het voor kopers van belang het maximaal haalbare uit het hypotheekaanbod van een geldverstrekker te kunnen halen.

Huis en Hypotheek

Huizenmarkt: fors hogere prijzen verwacht in 2018

Op basis van nieuwe berekeningen van de Rabobank komt er een prijsstijging van 8 procent in 2018 en 7 procent in 2019. Concreet betekent dit dat Nederlanders voor een gemiddeld huis in 2019 naar verwachting zo’n € 300.000 moeten betalen.

Ook verwacht de Rabobank dat het aantal verkopen licht zal toenemen naar zo’n 250.000 verkopen in 2018.

De woningmarkt raakt steeds meer in de knel, stelt de NVM. Het aanbod neemt af, de prijzen lopen verder op en voor consumenten wordt het steeds moeilijker om aan een betaalbare koopwoning te komen. Makelaars roepen op tot meer samenwerking tussen de overheid, aannemers, projectontwikkelaars en makelaars/taxateurs.

Bron: Rabobank

65-plussers laten steeds meer vermogen na

Nabestaande van overledenen van 65 tot 75 jaar lieten in 2015 het meeste vermogen na, gemiddeld € 33.000.
Bij overledenen van 75 tot 85 jaar was dat € 28.000.
Onder de oudste overledenen (95 jaar of ouder) lag het nagelaten vermogen met € 20.600 euro een stuk lager.

In 2007 lag de piek in het doorsnee vermogen nog bij de 55- tot 65-jarigen.
De vooroorlogse generatie heeft minder vermogen kunnen opbouwen dat verklaart het verschil tussen de oudste overledenen en de jongere.

Het gemiddelde vermogen van overledenen van 35 to 65 jaar is gedaald, dit kan verklaard worden door de gestegen hypotheekschulden en de gedaalde woningwaarde vanaf 2010.

Bron: CBS

Huis en Hypotheek

Reservefonds VVE niet in orde, minder financiering.

Bouwen

Eerste Kamer weigert te stemmen over wetsvoorstel kwaliteitsborging

De Eerste Kamer ging op 10 juli niet in op het verzoek van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) om snel te stemmen over de wet kwaliteitsborging voor het bouwen. De senaat wil eerst het ingelaste debat in de Tweede Kamer afwachten. Wanneer dit debat zal plaatsvinden is nog onbekend. Verwachting is dat dit nog wel enige tijd zal duren.
Minister Kajsa Ollongren deed haar verzoek aan de Eerste Kamer in een brief van 29 juni. In deze brief gaat zij in op vragen van de Eerste Kamer, die tijdens het debat op 4 juli 2017 werden gesteld. Deze vragen kwamen voort uit de vele reacties uit de samenleving en belanghebbenden. Hieruit blijkt dat er nog veel zorgen zijn over de nieuwe regeling. De Eerste Kamer heeft daarom op 11 juli 2017 al besloten de stemmingen aan te houden en de minister verzocht het wetsvoorstel te wijzigen.

Wetsvoorstel zoals het nu voorligt
De wettelijke aansprakelijkheid van de aannemer wordt in het wetsvoorstel aangescherpt. Door dit wetsvoorstel krijgt iedere consument als opdrachtgever in de bouw een sterkere positie en een betere bescherming als na oplevering gebreken worden ontdekt. Ook verandert de rol van bouw- en woningtoezicht van gemeenten. En wordt een private kwaliteitsborger geïntroduceerd.

Huiswerk moet over
De toezeggingen van de minister zijn voor de senatoren dus niet voldoende. Naar verwachting zal het CDA aandringen op een wetswijziging of een novelle die het wetsvoorstel positiever maakt voor de bouwers. Politieke partijen zullen aandringen op extra experimenten waaruit moet blijken dat deze wet de bouwkwaliteit significant verbetert en niet duurder maakt.

Faillissement

Real-time-inschrijving faillissement

De Wet modernisering faillissement procedure treedt binnenkort in werking. Het wetsvoorstel is op 26 juni aangenomen door de Eerste Kamer. Hiermee komt de real-time-inschrijving van faillissementen iets dichterbij.

Door de nieuwe wet moeten op de dag van de uitspraak in ieder geval de naam en de woonplaats of het kantoor van de gefailleerde in het centraal insolventieregister (CIR) worden ingeschreven. Dit was daarvoor nog niet het geval. Daarnaast wordt het faillissement enkele dagen later gepubliceerd in de Staatscourant. Het handelsverkeer en het notariaat hebben behoefte aan de snellere informatie uit het register. Het CIR is openbaar zodat iedereen van de ingeschreven rechtsfeiten kan kennisnemen.

Real-time-inschrijving nog niet haalbaar
De KNB(Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie) heeft gepleit voor real-time-inschrijving van faillissementen in het CIR en afschaffing van de terugwerkende kracht van faillietverklaring. Uit de toelichting bij het wetsvoorstel blijkt dat dit pas is te realiseren na afronding van het KEI-project van de Rechtspraak.

Erfpacht Utrecht

Update erfpacht Utrecht

Introductieperiode verlengd

De gemeenteraad van de gemeente Utrecht heeft op 5 juli bij de behandeling van de Voorjaarsnota besloten tot verlenging van de introductieperiode voor de Conversieregeling Erfpacht 2017. De introductieperiode loopt nu door tot 31 januari 2019. Erfpachters hebben nu een maand langer de tijd om van de gunstiger voorwaarden in de introductieperiode gebruik te maken voor het eeuwigdurend afkopen van hun canonverplichtingen.

Hieronder de in houd van de raadsbrief over de stand van zaken.

Geachte leden van de raad,

Op 1 mei jongstleden hebben wij u op de hoogte gesteld van de ontwikkelingen op dat moment in de uitvoering van de Conversieregeling Erfpacht 2017 (hierna aangeduid als de afkoopregeling). Rond die tijd werd er nog hard gewerkt om alle erfpachters een correct aanbod te doen toekomen. Intussen is er veel gebeurd en inmiddels is een gestage stroom acceptaties van het aanbod op gang gekomen. Tijd voor een update.

Aanbodbrieven en kwaliteit verzendproces

Tot nu toe zijn voor in totaal 2802 erfpachtadressen brieven aan erfpachters verzonden, waarvan 1099 eengezinswoningen, 1563 appartementen en 140 tuinen, garages of parkeerplaatsen. Er zijn voor 91 erfpachtadressen nog geen brieven verzonden. Het gaat hier om bijzondere situaties. Het streven is om voor al deze gevallen uiterlijk 1 september 2018 een oplossing beschikbaar te hebben. De betrokken erfpachters krijgen dan op basis daarvan een aanbodbrief toegestuurd. De in de brief van 1 mei aangekondigde audit is in de eerste week van mei uitgevoerd door audit en consultancy bedrijf Deloitte. De vraagstelling luidde:

“Voer een review uit die ziet op:

•Verwerking van brondata in de brieven (betreffende WOZ waarden en contract datums);

•Een check op de berekening van de afkoopsom;

•Een check op de verwerking van de data en de berekeningen in de brieven. “

De brieven die in de review betrokken zijn, zijn de aanvullende brieven met verzenddatum 4 mei.

De conclusie van de audit luidde:

“Uit de gevraagde checks en de steekproef zijn geen fouten naar voren gekomen. De berekeningen zoals die in Excel worden gegenereerd leiden tot de juiste uitkomsten en zijn gebaseerd op de door ons bekeken brondata. De brondata en de berekening van de afkoopsom komen op een juiste manier terecht in de brieven uit de steekproef.”

Communicatie en informatieverstrekking

Het uitbrengen van de aanbodbrieven is ondersteund door een aantal communicatie-activiteiten. De informatie op de website is steeds geactualiseerd op basis van de ontwikkelingen in het verzendproces van de brieven. En het onderdeel “Veel gestelde vragen” van de website is voortdurend aangepast n.a.v. binnenkomende vragen. Daarbij is gebruik gemaakt van de door belangenverenigingen, zoals het Platform Erfpacht Utrecht, verzamelde veel gestelde vragen afkomstig van hun leden.

Eind mei en begin juni hebben we verspreid over vier avonden acht informatiebijeenkomsten gehouden. Daarin hebben we uitleg gegeven over de afkoopregeling en het aanbod evenals over het proces dat volgt als erfpachters het aanbod accepteren. Daarbij is veel ruimte gegeven voor het stellen van vragen. De reacties op de informatiebijeenkomsten zijn veelal positief : de verstrekte informatie wordt gewaardeerd. In totaal hebben zo’n 200 erfpachters deze informatiebijeenkomsten bezocht. Op de informatiebijeenkomst van 22 mei heeft RTV Utrecht opnames gemaakt en deze verwerkt in een item over de afkoopregeling (zie https://www.rtvutrecht.nl/nieuws/1774181/).

Vanaf 9 mei 2018 bieden we twee middagen per week de mogelijkheid voor een individueel gesprek met één van de medewerkers aan de balie. Dit gaat op telefonische afspraak. Tot 1 juli is daarvan door zo’n 35 erfpachters gebruik gemaakt. De reacties van de erfpachters, die de balie bezoeken, op de beantwoording van hun vragen zijn veelal positief.

Daarnaast hebben veel erfpachters vragen gesteld via de mailbox erfpacht@utrecht.nl en telefonisch via het KlantContactCentrum (telefoonnummer 14030). De grote aantallen telefoontjes en mails (tot 60 mails per dag) in combinatie met de extra werkzaamheden om alsnog de juiste aanbodbrieven aan de erfpachters te sturen hebben helaas tot een flinke achterstand in de beantwoording van mails en telefoontjes geleid. Op dit moment is de achterstand in de beantwoording bijna volledig ingelopen.

In de eerste helft van 2018 zijn met betrekking tot de afkoopregeling en de uitvoering daarvan 10 officiële klachten binnengekomen, waarvan 6 met betrekking tot overschrijding van de norm voor telefonische bereikbaarheid, die allen gegrond zijn verklaard. Van de 4 binnengekomen klachten met betrekking tot overschrijding van de norm voor informatieverstrekking zijn er 2 gegrond en 2 ongegrond verklaard. Deze 4 hebben betrekking op de in april verzonden brieven. Inmiddels is de uitvoering van de afkoopregeling op orde en vindt de beantwoording van telefoontjes en mails dagelijks plaats. Er zijn recent dan ook geen klachten meer binnen gekomen.

Vervolg

Wij zullen in september alle erfpachters een herinnering aan het aanbod voor Conversie sturen. Daarin wordt ook opgenomen dat de introductieperiode tot 31 januari 2019 wordt verlengd. We besteden daar via de gemeentelijke media (website/twitter) ook aandacht aan en zullen de belangenorganisaties van erfpachters, zoals het Platform Erfpacht Utrecht informeren. In deze brief geven we verder antwoord op onderdelen van de regeling waar we veel vragen over hebben gekregen en/of waar onduidelijkheid over kan ontstaan.

Acceptaties door erfpachters

De afgelopen maanden is er een gestage stroom acceptaties van het aanbod op gang gekomen met een piek na het versturen van de aanbodbrieven. Op dit moment is de instroom zo’n 15 acceptaties per week. In mei is de verwerking van de acceptaties langzaam op gang gekomen, omdat nog veel aandacht uitging naar het verwerken van de binnengekomen mails en telefoontjes en het afwikkelen van de bijzondere gevallen in de aanbodbrieven. In juni is het verwerkingsproces goed op gang gekomen en op dit moment wordt langzaam ingelopen op de liggende voorraad acceptaties. Tot 1 juli zijn in totaal 194 acceptaties binnengekomen, waaronder 15 spoedaanvragen en 37 gevallen hardheidsclausule. Inmiddels zijn er 10 acceptaties gepasseerd bij de notaris. Alle spoedaanvragen zijn afgerond of in behandeling en kunnen voor de gevraagde passeerdatum worden afgerond.

Van de 39 aanvragen voor de hardheidsclausule zijn er 14 van een advies voorzien, 12 positief en 2 negatief, 13 in behandeling en 12 in de wachtrij.

De verwachting is dat er in de laatste maanden van het jaar een grote piek van acceptaties zal optreden als gekozen wordt voor mogelijkheid 2 of 3 in verband met een financieel/fiscaal voordeel bij het zo laat mogelijk accepteren. Om spreiding van deze piek te bewerkstelligen wordt erfpachters de mogelijkheid geboden om mogelijkheid 2 of 3 nu al te accepteren onder voorwaarde dat de passeerdatum bij de notaris al is vastgelegd en voor 1 mei 2019 ligt. Daarmee wordt met wederzijds goedvinden afgeweken van de in de onversieregeling vastgestelde afhandeltermijn van drie maanden. Deze afwijking heeft geen nadelige gevolgen voor beide partijen.

De incidentele inkomsten van de 10 gepasseerde conversies van de erfpacht bedragen netto € 292.000,- (= afkoopsommen totaal € 334.000,- minus boekwaardes totaal € 42.000,-). Structureel dalen de inkomsten met € 9.000,- per jaar door verminderde inkomsten uit de jaarlijkse erfpachtcanons.

De rechtszaak

Advocatenkantoor Corten De Geer (hierna: De Geer) heeft inmiddels namens een aantal erfpachters en een stichting die de belangen van erfpachters behartigt (SEBU) een rechtszaak aangespannen tegen de gemeente. De gemeente wordt in deze rechtszaak bijgestaan door advocatenkantoor Nauta Dutilh. Dit kantoor heeft ook de gemeente Amsterdam met succes bijgestaan in vergelijkbare erfpachtprocedures die De Geer tegen gemeente Amsterdam heeft aangespannen.

De rechtszaak bestaat uit 2 onderdelen: een voorlopige voorziening en een bodemprocedure. In de voorlopige voorziening vragen de erfpachters om a) een verbod voor gemeente Utrecht om verdere aanbiedingen te doen aan erfpachters tot afkoop van de canon en b) een gebod voor gemeente Utrecht om alle erfpachters die reeds een aanbieding tot afkoop van de canon hebben ontvangen, te informeren over de in deze rechtszaak ingenomen standpunten.

In de bodemprocedure vorderen de erfpachters een verklaring dat een aantal bepalingen uit de AB 1974 en 1983 (gedeeltelijk) onredelijk bezwarend is en dat zij deze bepalingen (gedeeltelijk) rechtsgeldig hebben vernietigd.

Het verweerschrift met betrekking tot de voorlopige voorziening moet uiterlijk 17 juli a.s. bij de rechtbank zijn ingediend. De rechtbank doet vervolgens in beginsel binnen 1 maand een uitspraak over de gevraagde voorlopige voorziening. Over de doorlooptijd van de bodemprocedure kan op dit moment nog niets met zekerheid gezegd worden. In theorie zou er dit jaar nog een uitspraak kunnen liggen, maar onze verwachting is dat een uitspraak pas volgend jaar komt.

Tot slot

Wij hopen u met deze brief voldoende inzicht te hebben gegeven over hoe wij in de periode na 1 mei verder invulling hebben gegeven aan de uitvoering van de afkoopregeling. Wij menen dat onze inzet om de erfpachters goed te bedienen in deze complexe materie – na een moeizame aanloop – inmiddels goed op de rails staat. Ook de komende tijd blijft dit onze nadrukkelijke aandacht vragen.

Hoogachtend,

Burgemeester en wethouders van Utrecht,

de secretaris, de burgemeester,

Defensieterrein - Merwedekanaal

Nieuwe stadswijk Merwedekanaal (voormalig Defensieterrein)

Waar vroeger het defensieterrein lag, ontwikkelt de gemeente een nieuwe stadswijk. Dit gebied ligt aan het Merwedekanaal en komt naast het Jongeriuscomplex.

Het college heeft op 6 maart 20018 het stedenbouwkundig plan vastgesteld voor de ontwikkeling van het voormalige Defensieterrein. Gebiedsontwikkelaar BPD werkt de bouwplannen voor dit terrein nu verder uit en zal omwonenden, toekomstige bewoners en andere belanghebbenden actief daarbij betrekken.

Bij het ontwerpen van de nieuwe stadswijk is rekening gehouden met de omgeving en woonwensen van toekomstige bewoners. De parkstrook wordt breder gemaakt en er komt aan de kant van het kanaal maar één in plaats van twee torens.

Brug voor fietsers en voetgangers
De gemeente wil een beweegbare brug voor fietsers en voetgangers over het Merwedekanaal bouwen. Deze brug verbindt de nieuwe wijk met Parkhaven. Er moet nog definitief besloten worden of de brug er komt.

De eerste bewoners nemen hun intrek begin 2020 in hun nieuwe woning.

Lees hier het persbericht van de gemeente Utrecht.

Belastingdienst

Eindeloos wachten op erfenis door belastingdienst

Chaos bij de Belastingdienst rond de erfbelasting zorgt ervoor dat mensen maanden langer moeten wachten op hun erfenis. Notarissen die als executeur de erfenis uitvoeren, moeten deze namelijk vasthouden tot ze een definitieve aanslag van de fiscus hebben. Mensen die de erfenis van hun overleden ouders zelf afhandelen, zijn niet veel beter af. Bijna anderhalf jaar na de begrafenis van hun dierbare wachten sommigen nog steeds op bericht van de Belastingdienst.

Vorig najaar bleek al dat er grote problemen zijn bij de belastingdienst. Dit zijn problemen bij zowel de afhandeling van de schenk- als erfbelasting. Honderden miljoenen euro’s bleken niet op tijd geïnd te kunnen worden.

Europese commissie

Richtlijn melding grensoverschrijdende constructies in werking

De Richtlijn melding grensoverschrijdende constructies is op 25 juni in werking getreden. Volgens deze Europese richtlijn moeten intermediairs als belastingadviseurs, notarissen en advocaten bepaalde grensoverschrijdende constructies melden aan hun belastingautoriteiten. Deze meldingen worden automatisch uitgewisseld met de belastingautoriteiten van alle andere lidstaten.

Intermediairs met een wettelijk verschoningsrecht zoals notarissen kunnen worden uitgezonderd van deze meldingsplicht. Hoewel de richtlijn onduidelijk is en nog moet worden geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving, heeft deze materieel terugwerkende kracht tot 25 juni. Notarissen wordt geadviseerd (mogelijk) meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies bij te houden.

Bescherming
Doel van de richtlijn is lidstaten beschermen tegen uitholling van hun nationale belastinggrondslagen door gebruik van fiscale planningsstructuren. Dergelijke structuren bestaan gewoonlijk uit constructies die zich over meerdere rechtsgebieden uitstrekken, waarbij belastbare winsten worden verschoven naar gunstigere belastingregimes of de totale belastingdruk op een belastingplichtige wordt verlaagd. Daardoor lopen de lidstaten vaak aanzienlijke belastinginkomsten mis. Met deze richtlijn kunnen de belastingautoriteiten van de lidstaten volledige en relevante informatie over mogelijk agressieve grensoverschrijdende fiscale (plannings)constructies krijgen. Daarmee kunnen ze direct reageren op schadelijke fiscale praktijken en mazen dichten door wetgeving vast te stellen of door passende risicobeoordelingen en belastingcontroles te verrichten.

Materieel terugwerkende kracht
De richtlijn moet voor 1 januari 2020 worden geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving en worden toegepast vanaf 1 juli 2020. In de richtlijn is echter bepaald dat meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies waarvan de eerste stap is geïmplementeerd tussen de datum van inwerkingtreding ervan (25 juni 2018) en de datum van toepassing ervan (1 juli 2020) ook moeten worden gemeld, uiterlijk op 31 augustus 2020.

Bijhouden
In de richtlijn wordt lidstaten de mogelijkheid geboden bij de implementatie ervan in hun nationale wetgeving rekening te houden met een wettelijk verschoningsrecht. De KNB zal er bij het ministerie van Financiën voor pleiten bij de implementatie van de richtlijn rekening te houden met het wettelijk verschoningsrecht van notarissen. Ingeval de meldingsplicht dientengevolge niet geldt voor de notaris, rust de meldingsplicht op iedere andere betrokken intermediair of, bij gebreke daarvan, de belastingplichtige zelf en moet de notaris hen hierop wijzen. Hoe Nederland met deze ontheffingsmogelijkheid zal omgaan is nog niet bekend. Daarom adviseert de KNB haar leden om (mogelijk) meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies waarvan de eerste stap is geïmplementeerd tussen de datum van inwerkingtreding van de richtlijn (25 juni 2018) en de datum van toepassing ervan (1 juli 2020) waarbij zij als intermediair zijn betrokken voor de zekerheid bij te houden. Het spreekt voor zich dat wij u op de hoogte zullen houden van de voortgang van ons overleg met het ministerie van Financiën.