Uit een onderzoek van Het Nieuwe VvE Beheer uit 2016 bleek dat het noodzakelijk is dat een VvE tenminste 0.5% van de totale herbouwwaarde van hun pand in het reservefonds heeft. De meeste Verenigingen van Eigenaren van panden zouden dit bedrag niet hebben.
Een VvE is een vergadering van eigenaren van appartementen of kamers die in een pand gevestigd zijn. Iedere bewoner is in principe verantwoordelijk voor het onderhoud aan zijn of haar appartement, maar de VvE gaat over de gemeenschappelijke taken. Een Vereniging van Eigenaren (VvE) heeft een reservefonds nodig voor onderhoud aan het pand (gevel, dak, gemeenschappelijke ruimtes, etc.). De VvE kan op twee manieren dit reservefonds beheren:
- Met een meerjarig onderhoudsplan (MJOP)
- En binnenkort dus waarschijnlijk met een minimumbedrag in het fonds dat 0.5% van de herbouwwaarde bedraagt van het pand.
In een MJOP staat precies welk onderhoud wanneer moet gebeuren en hoeveel dat gaat kosten voor de eigenaren. Op die manier weet de vereniging hoeveel er elke maand voor gespaard moet worden door de individuele bewoners.
Als dit niet worden gedaan moet in de toekomst wellicht de regel van 0.5% worden aangehouden. De Tweede Kamer heeft op 21 februari 2017 met het wetsvoorstel ingestemd, nu moet de Eerste Kamer hier nog over stemmen. Als het wetsvoorstel ook hier wordt goedgekeurd kan vanaf dan de gemeente een VvE-vergadering bijeenroepen bij achterstallig onderhoud. Ze kan de VvE dan verplichten om een onderhoudsplan op te stellen.
VvE’s kunnen in principe ook leningen voor bepaald onderhoud aanvragen. Voor onverwachte kosten of als ze bijvoorbeeld willen investeren in energiebesparende maatregelen. Onder voorwaarden is de rente op deze leningen aftrekbaar van de inkomstenbelasting.