Gisteren heeft een meerderheid van de Tweede Kamer ingestemd met het voorstel om het recht op een eerlijk proces te laten opnemen in de Grondwet, na aanbevelingen van de Staatscommissie Grondwet in 2010.
Als de Grondwet gewijzigd moet worden, moet het wetsvoorstel met een meerderheid in de Eerste en Tweede Kamers worden aangenomen. Daarna moet in een tweede lezing ⅔ van de Tweede Kamer akkoord gaan. Pas als daarna ook de Eerste kamer met ⅔ meerderheid het voorstel aanneemt is, wordt de wijziging doorgevoerd. Dit proces is een stuk langer dan voor gewone wetswijzigingen.
Maar heeft deze Grondwetswijziging wel nut? Nederland is een van de weinige landen waarbij rechters wetten niet mogen toetsen aan de Grondwet, maar alleen aan internationale verdragen. Volgens Frits Bakker, voorzitter van de Raad van de Rechtspraak, hebben Nederlanders pas echt iets aan deze wijziging als er ook rechtstreeks rechten aan de Grondwet ontleend kunnen worden.