Politieke Partij Artikel 1 moet haar naam wijzigen

Artikel 1 (partij) moet haar naam binnen 1 maand wijzigen, omdat die te veel lijkt op de merknaam Art. 1. Onder Art. 1 verricht de Stichting Expertisecentrum Discriminatie (SED) onafhankelijk onderzoek ter bestrijding van discriminatie. De stichting is bang dat haar onderzoek gelieerd wordt aan de politieke partij, en daarmee haar onafhankelijke imago verliest.

De SED is nu door de voorzieningenrechter in het gelijk gesteld, de twee merknamen lijken te veel op elkaar, en daarmee kan verwarring ontstaan over de onafhankelijke positie van Art. 1. Ook al had de SED in december 2016 niet gebruikgemaakt van de mogelijkheid om Artikel 1 als woordmerk te registreren, hebben ze hier toch beroep op gedaan nadat politieke partij Artikel 1 kenbaar maakte dat ze onder die naam wilde deelnemen aan de Tweede Kamerverkiezingen. De rechter stelde de SED in het gelijk omdat ze al langer gebruik maakte van de namen.
Toch wordt erkend dat een naamswijziging zeer ingrijpende gevolgen kan hebben voor de politieke partij. Er zullen hoge kosten gemaakt moeten worden voor de naamswijziging, en de verandering zal afbreuk doen aan de landelijk (naams)bekendheid van de partij.

Artikel 1 heeft dus een maand tijd om de naam te wijzigen. Als ze dit niet doet wordt er een dwangsom van €1000,- per dag van de partij geëist, dat kan oplopen tot €20.000,-. Ook moet er binnen een week een mededeling van een naamswijziging op de website van de politieke partij komen te staan, met toelichting. Dit moet ten minste 3 maanden te zien blijven.

Wat zijn statuten en het huishoudelijk reglement van een stichting?

De statuten zijn de belangrijkste stukken voor een vereniging of stichting. Je kan het vergelijken met de grondwet van de betreffende instelling. Vaak maakt het bestuur ook een huishoudelijk reglement. Dit zijn bijvoorbeeld de regels over het aanvragen van lidmaatschappen, de contributie en de besluitvorming van het bestuur. De verplichte punten in de statuten zijn: […]

Moet een vereniging belasting betalen?

In veel gevallen moeten verenigingen wel enige vorm van belasting betalen. Het ligt aan de soort vereniging welke belastingen erop geheven worden. Verdiep je hier altijd in als je een vereniging wil opstarten. Je kan te maken krijgen met omzetbelasting (btw), vennootschapsbelasting, loonheffingen en erf- en schenkbelasting. Op de website van de belastingdienst of de […]

Waarvoor kan het bestuur van een vereniging aansprakelijk gehouden worden?

In principe geldt de regel: elke bestuurder moet zijn of haar taak naar behoren vervullen. Want als de vereniging schade heeft ondervonden door onbehoorlijk bestuur, kan het bestuur als orgaan of individuele bestuursleden hiervoor aansprakelijk worden gehouden. Ieder jaar wordt het bestuur en de gemaakte beslissingen bekeken door de algemene ledenvergadering en al dan niet […]

Wat is het verschil tussen een testament en een levenstestament?

Een testament is een notariële akte (rechtsgeldig document) waarin staat wie je erfgenamen zijn, en welke erfgenaam welk deel van je nalatenschap erft na je overlijden. Je kan met een testament de verdeling van je nalatenschap regelen, bepalen wat er met je vermogen of bezittingen gebeurt, en zorgen dat deze zaken goed afgewikkeld worden.
Een nalatenschap betreft alle (persoonlijke) bezittingen en schulden die je achterlaat als je overlijdt. Dit wordt verdeeld over je erfgenamen. Wie je erfgenamen zijn wordt volgens de wet bepaald, of door jezelf via een testament.

Een levenstestament gaat niet over wat er met je bezittingen moet gebeuren als je komt te overlijden, maar legt je wensen vast voor je eigendommen en vermogen als je die door ziekte of ongeval niet zelf meer kan beheren. Je kan in een levenstestament zetten wat er dan moet gebeuren, en je kan een volmacht geven aan een persoon die je vertrouwt om jouw zaken te beheren als je dat zelf niet meer kan. Situaties waarbij het levenstestament van kracht gaat zijn: als je bijvoorbeeld in een coma raakt, wanneer je dementeert of als je slecht ter been raakt en daardoor bijvoorbeeld geen boodschappen meer kan doen.

Moet een vereniging bij de Kamer van Koophandel worden ingeschreven?

Als de vereniging een volledige rechtsbevoegdheid heeft moet deze worden ingeschreven bij de KvK, meestal doet de notaris dit na het opstellen van de notariële akte. In het register moeten de persoonlijke gegevens komen van de bestuurders en andere personen die volgens de statuten de vereniging vertegenwoordigen. Ook moet er een notarieel afschrift van de […]

Langer sparen voor de koop van een nieuwe woning

Ruim zeven op de tien mensen die voor het eerst een huis willen kopen, moeten dit uitstellen als zij maar maximaal 90 procent van de waarde van het huis kunnen lenen.
Als zij maximaal 100 procent kunnen lenen, geldt dit voor de helft van de starters en doorstromers vanuit een huurwoning. Dat concludeert het Centraal Planbureau (CPB) in een dinsdag gepubliceerd onderzoek naar een verdere verlaging van de zogenoemde Loan-to-Value (LTV-norm) naar 90 procent.

De Loan-to-Value is de verhouding tussen de hoogte van een hypotheeklening en de waarde van het koophuis. Dit jaar is de LTV-norm nog 101 procent en volgend jaar gaat het percentage omlaag naar 100 procent. Het is dan niet meer mogelijk om meer te lenen dan een woning waard is.

Sparen
Huishoudens die de aankoop van een woning moeten uitstellen en in die periode maximaal sparen, zullen gemiddeld drie tot vijf jaar moeten wachten tot ze een dergelijke woning kunnen financieren. Dat zou anderhalf tot drie jaar langer duren dan bij een LTV-norm van maximaal 100 procent.

Als het CPB ervan uitgaat dat starters met een verhuiswens maximaal twee jaar lang bereid zijn om maximaal te sparen, dan zal ruim de helft afzien van het kopen van een woning en een huurwoning in de vrije sector huren.

“Omdat woningen in dit segment niet gesubsidieerd worden, zullen hun woonlasten hoger zijn, wat hun ruimte om te sparen beperkt. Dat leidt weer tot een verder uitstel van de aankoop van de gewenste koopwoning”, aldus het planbureau.

Prijzen
Een verlaging van de LTV-norm naar 90 procent heeft volgens het CPB een beperkt, maar “niet verwaarloosbaar” effect op de prijzen op de woningmarkt.
Uit bestudering van verschillende scenario’s blijkt dat de gemiddelde huizenprijs structureel met 1 tot 2 procent daalt als gevolg van de verlaging. Het marktaandeel van de vrije huursector zal in dat geval met 3 tot 8 procentpunt groeien.

Hypotheekrenteaftrek
In een eerder onderzoek constateerde het CPB al dat een verlaging van de norm naar 90 procent “het onderliggende probleem van overmatige schuldopbouw op de hypotheekmarkt niet direct aanpast. “Een versobering van de hypotheekrenteaftrek is effectiever, omdat het bestaan van deze aftrekpost huishoudens aanspoort om maximaal te lenen. “Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en De Nederlandsche Bank (DNB) hebben eerder opgeroepen de LTV-limiet naar 90 procent te verlagen.

Welke stappen moet een particuliere verhuurder ondernemen om een huurder uit te zetten?

De verhuurder kan vrijwel alleen de huurder eruit zetten als de huurder wanprestatie pleegt: hij of zij veroorzaakt aantoonbaar overlast of heeft een huurachterstand die hij of zij niet wil of kan oplossen. Bij een enkel incident heeft de verhuurder nog geen recht om de huurovereenkomst te ontbinden, alleen als dit vaker voorkomt kan dit. […]

Ik wil de huur opzeggen, wat moet ik doen?

Veel huurcontracten worden voor een jaar afgesloten, dit betekent dat je binnen het eerste jaar van het huren het huurcontract niet mag opzeggen. Alleen als je zwaarwegende redenen hebt om de huur te beëindigen wordt er een uitzondering gemaakt. Bij tijdelijke contracten ligt dit anders, daar zijn de regels voor het opzeggen veel soepeler. Als […]

Wat zijn gegronde redenen om eerder de huur op te zeggen?

De verhuurder kan maar met enkele redenen het huurcontract beëindigen, volgens de wet: De huurder gedraagt zich niet goed (bijvoorbeeld bij huurachterstand of overlast) Het tijdelijke contract is afgelopen Wegens dringend eigen gebruik van de woning. (Als de verhuur met grote nood, na minstens drie jaar verhuurder te zijn, in eigen persoon de woning wil […]