Is er iemand in jouw nabije omgeving overleden, een familielid of goede vriend, dan heb je kans dat je erfgenaam bent. Als er een testament door de overledene is opgemaakt, staat daar precies in wie wat erft. Als dit niet het geval is bepaalt de wet wie de erfgenamen zijn: de partner en familie van de overledene. Als je niet zeker weet of er een testament is, kan je een notaris vragen dit uit te zoeken via het centraal testamentenregister.
De wet verdeelt erfgenamen in vier groepen. Groep 1 bevat de partner (huwelijk of geregistreerd partnerschap), kinderen en kleinkinderen. Groep 2 bestaat uit ouders, broers, zussen en hun kinderen. Groep 3 bevat grootouders, tantes, ooms, neven en nichten. En groep 4 gaat om de overgrootouders en hun afstammelingen. Bij een overlijden wordt in de wet eerst gekeken naar erfgenamen in groep 1, als die er niet zijn, worden de mensen in groep 2 uw erfgenamen, daarna komt groep 3 en als laatste groep 4.