De regels voor het opleveren van woningen en kamers zijn gelijk. Het uitgangspunt voor oplevering is dat de huurder de woning moet achterlaten zoals deze was bij het begin van de huurperiode. Alleen veranderingen waar de verhuurder schriftelijke toestemming voor heeft gegeven mogen blijven zitten. Alleen veranderingen door normaal gebruik van de woning of slijtage/ ouderdom mogen blijven zitten, deze vallen onder de verantwoordelijkheid van de verhuurder.
De specificaties hiervoor hangen af van de opnamestaat, als die is gemaakt aan het begin van de huurperiode. Zie het kopje ‘Wat is een opnamestaat?’ voor meer informatie.
Via een overleveringsprocedure krijgt de huurder de tijd om de gebreken te herstellen. De verhuurder doet dan een voor- en eindinspectie. Bij de voorinspectie moet hij of zij duidelijk aangeven welke zaken hersteld moeten worden zodat de huurder daarmee aan de slag kan, of hoeveel geld de huurder moet betalen voor deze reparaties. Bij de eindinspectie wordt alles gecontroleerd. Er zijn geen regels over de termijn tussen de inspecties, maar meestal is dit zo’n 1 a 2 weken. Als de huurder niet meewerkt aan het correct opleveren van de woning kan de verhuurder de waarborgsom inhouden om de reparatiekosten te betalen.
In sommige gevallen kan de huurder proberen wijzigingen of huisraad over te leveren aan de volgende huurder, maar deze is soms niet bekend en kan dit weigeren.